Vogelaar, ontruimer, opvoeder

Wie denkt dat het werk van een schoonmaker zich beperkt tot ramen lappen of de stofzuiger door de kamer halen, zit er behoorlijk naast. Natuurlijk, in de basis komt het werk neer op het schoonmaken van ruimtes. Maar met een enorme diversiteit aan gebruikers, weet je ’s ochtends nooit wat je die dag zult tegenkomen…

Neem een aantal wijken in westelijk Amsterdam: de Kolenkitbuurt, de Staatsliedenbuurt, Osdorp en Bos en Lommer. Intraplus verzorgt er het nodige schoonmaak- en onderhoudswerk aan appartementencomplexen en heeft met een aantal woningbouwcorporaties een ‘calamiteitenprogramma’ opgesteld. Cor Mentjox: ‘Bewoners kunnen bellen als er iets aan de hand is dat zij niet gemakkelijk zelf op kunnen lossen. Zo hadden er zich onlangs twee eksters toegang verschaft tot een trappenhuis, waar ze vervolgens niet meer uitkwamen. Met een hoop lawaai en overal vogelpoep tot gevolg. Dat moest uiteraard worden schoongemaakt, maar belangrijker was natuurlijk dat eerst de eksters er uit moesten en ook dat was een klusje voor Intraplus.’

‘Een ander voorval, helaas maken we dat vaker mee, was een zwerver die een berging als douche, toilet en badkamer in gebruik had genomen. Grote overlast voor bewoners natuurlijk, het stonk enorm. We hebben de hele ruimte ontruimd en schoongemaakt. En meteen een coating aangebracht. Zodat, als er weer iemand gaat plassen, de urine en vooral de lucht niet in het beton trekt en het geheel makkelijker schoon te maken is. Ik vind het overigens altijd heel schrijnend om te zien, zo’n donkere berging vol met uitwerpselen en flesjes waar in geplast is, een van schimmel doortrokken matras… Verschrikkelijk dat er mensen zijn die in zulke omstandigheden moeten leven.’

‘Bij studentenflats wil je ook niet weten hoe het er soms uitziet, of complexen waar bewoners hun spullen gewoon zo van het balkon gooien. Onbegrijpelijk vind ik dat, je wilt toch in een nette en schone omgeving leven? Daarom vind ik programma’s als Samen Schoon zo goed, dat zorgt voor een besef van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Laatst ging ik net weg bij een flatgebouw, komen er twee jongens aan op een scooter, blikje energydrink in de hand. Dus ik even wachten en ja hoor, blikje op de grond. Ik stap uit, loop er naartoe en raap het op. Eén van die jongens komt terug en zegt ‘o, dat doe ik wel’. Waarop ik zeg: ‘Dat is nu te laat. Maar waarom doe je dat nou? Dat past jullie toch niet, jullie zijn toch nette jongens?’ Hij verontschuldigde zich direct. Geen idee of hij zijn blikje voortaan gewoon in de prullenbak gooit, het zou fijn zijn als het ook maar een klein beetje helpt.’